De kaartleesles

Les 1: In vlak polderland

Van kaart 07E_Loppersum is een stukje genomen. Dit is een gebied met zgn. terpdorpen. We beginnen in de linker bovenhoek en gaan met de wijzers van de klok mee alles bespreken wat staat aangegeven.
We zien wit land en groen land. Groen geeft aan dat er weiland is met gras en mogelijk met koeien en wit wil zeggen dat het bouwland is. Meestal is het landbouwland dus akkerland. Aangezien hier veel koeien rondlopen zal er in de zomer wel snijmais staan. Er bestaat ook bouwland in de zin van: kaal gebied waar later gebouwd gaat worden voor huizen en fabrieken. Dat is hier niet het geval. We zien ook aan het getal dat de hoogte 0,9 meter boven NAP is.
Om van het ene weiland naar het andere te kunnen gaan (zowel de koeien als de boer op zijn trekker) zijn er zgn. koedammen. Het water van de sloot gaat meestal via een smalle betonnen of golfijzeren koker onder deze dam door maar soms ook niet en dan is de sloot echt afgedamd.
We zien een onverharde weg het land inlopen vanaf het erf van een boerderij (Dinghweer). Typisch is het water om het erf heen. Het lijkt bijna wel een slotgracht.
Dan is er een terp, een door mensen opgeworpen heuvel om zelf met het vee droog te staan in geval van een overstroming. Deze is omringd door een sloot voor de afwatering. En overal in de weilanden zien we afwatering, het is vol met smalle sloten.
Dan zijn er diverse soorten wegen te zien. Als eerste de hoofdweg (donkergrijs, op de papieren topo-kaarten rood gedrukt) die via een halfverhard weggetje (lichtgrijs) aansluit op een lokale weg (geel). Of dit weggetje voor algemeen gebruik is of dat het eigendom is van de landeigenaar en dus is afgesloten met een hek, is niet te zien.
Langs het water is een stukje wal aangegeven die waarschijnlijk dient om het achterliggende weiland droog te houden. De hoogte van het weiland aan de overkant van het water staat op 1.1 meter.
Er is ook een voetpad dat vanaf de lokale weg achter de erven van wat huizen loopt door de weilanden. Maar of je ook werkelijk vanaf de weg het pad op kan is niet zeker want in deze streken (en dat is bijna overal zo) is er een afwateringsgreppel langs de weg. We pakken het vergrootglas erbij:

Dat slootje dat met een bocht tegen de weg aanloopt: zou daar dan geen greppel zijn? Misschien ligt er een plank? Of zou er een afrastering zijn? Hier komen we aan de grens van wat de kaart ons kan vertellen.
Het dorp Ten Post heeft de volgende bezienswaardigheden: een postkantoor, twee kerkgebouwen, een sportveld in twee delen, omzoomd met bos dat waarschijnlijk bestaat uit wat windvangende bomen en struikgewas. En er is een industrieterrein!. Ook weer netjes afgezoomd met een strookje loofbomen.
Wat staat aangegeven als 'breed water > 6 meter' blijkt niet zo maar een afwateringssloot te zijn (hij loopt ook niet recht) maar het laatste deel van een natuurlijke kreek (beek?) de 'Ten Poster Ae'. (Dat kom ik te weten omdat ik naar de gehele kaart 07E kan kijken) Zo ook: wat ik heb aangegeven als 'breed water' blijkt het Damsterdiep te zijn.
Het is tijd voor een tip: wilt u een precieze positie vanaf de kaart halen dan moet u geen kilometerpaaltje of een wegwijzer nemen. De reden is simpel: wegen worden vaak breder weergegeven dan ze zijn dus dingen in de wegberm kunnen wel eens niet op hun echte plaats staan. Het midden van de weg klopt wel dus midden op een kruispunt zou goed zijn. Maar uit veiligheidsoverwegingen is het beter om een koedam op te zoeken. De tekenaar van de kaart heeft geen moeite om die koedammen precies op hun plaatst te tekenen; ruimte zat. Blijkt bij uitvergroting de breedte van de koedam 3 pixels te zijn en je prikt de middelste dan zit je op zijn hoogst 2,5 meter (de pixelgrootte) verkeerd, zo heeft de praktijk uitgewezen aan GPS gebruikers.
Wat ook geregeld een kwestie van raden is: staan daar bomen of staan daar palen? Het is het verschil tussen een vette stip en een normale stip op de kaart. Ook vergroting om naar details te zoeken helpt vaak niet.
Hoe stroomt het water?
Aangezien er in ons land meer hemelwater valt dan er verdampt zitten we met een overschot aan water dat op de een of andere manier uiteindelijk in de zee terecht moet komen. Verder wil water naar de laagste plekken stromen. Stroomt water door een beek vanwege hoogteverschil dan wordt er vaak een pijl gezet om de stroomrichting aan te geven. Maar in polders wordt dit niet gedaan. We moeten dus zelf uitzoeken waar het water gaat. Op onze leskaart zien we dat het water van de 'Ten Poster Ae' uitstroomt in het Damsterdiep. Het water van de omgevende weilanden zal ook wel daarheen gaan. We gaan het nader bezien.
Al eerder is gezegd dat een koedam veelal ondergronds een pijpje heeft om de sloten met elkaar te verbinden. Maar soms kan zo'n koedam een echte dam zijn in de ware betekenis. Je kan er zeker van zijn dat bij een duiker het water wel onbelemmerd door kan stromen. We pakken het vergrootglas en we zien:
De sloot gaat in het weiland ondergronds een duiker in die duidelijk staat aangegeven. Maar het water gaat ook onder de weg door via een duiker! En dat lijkt raar want er is aan die andere kant van de weg geen sloot te zien. Hier hebben we weer te maken met het gemis aan informatie op de kaart: of er een greppel/sloot vlak langs de zuidkant van de weg loopt (en ook de noordkant!) is aannemelijk maar niet zeker. Die duiker onder de weg zit er niet voor niets.
Er staan een paar huisjes langs de weg met een slootje als afscheiding aan de achterkant van het erf. En die sloot loopt tegen de weg aan. In een afwateringssloot? Staan de huizen direct aan de weg (met een hekwerkje?) of loopt er een sloot? Het is niet te zien.
In bovenstaand plaatje zijn de koedammen met een 'K' aangegeven, de duikers met een 'D', een weg met 'W' en een sloot met 'S'. Neem nu de lange sloot 'S' gemerkt (voor de korte sloot geldt hetzelfde). Waar raakt die zijn water kwijt? Zijn beide koedammen aan het eind echte dammen? We zien dat de weg 'W' tegen deze sloot aanloopt. Zou die soms afwateringsslootjes hebben die het water langs de weg verder leiden? Om het waterverloop te verduidelijken is hier een uitvergroot stukje van de leskaart:

Met een opvallend kleurtje is met pijlen de loop aangegeven. Maar dit kan helemaal fout zijn als er langs de wegen inderdaad afwateringsgreppels lopen die het water ook kunnen afvoeren.

De beste manier om de waterloop na te gaan is: ga vanaf het uitstroompunt de weg van het water terug vervolgen.
Het huiswerk
Jazeker, om het geleerde in de praktijk te oefenen moet iedereen een kaart van een hem bekende omgeving pakken en uitzoeken hoe het zit met het water. Zoek het patroon op.
Door met les 2: Aan het strand.