werk in uitvoering
  ALGEMEEN   De Vereniging
Historie
 
.  
 
De oprichting en instandhouding van een natuurhistorisch museum
 
- KNNV ROTTERDAM -
 
OPROEP TOT OPRICHTING OVERZICHT UIT 1936
  OVERZICHT UIT 1952

.

.

.

.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


  /\
NaaR
BoVeN
Het Natuurhistorisch Museum
 
Uit: Natura, 15 juni 1936

H. Landsman

Het Natuurhistorisch Museum

Alvorens het een en ander mede te deel en over het huidige Museum wil ik eerst iets vertellen over zijn ontstaan en zijn eerste levensjaren.
Aan het initiatief van den Heer G. van Roon, den op 21 Maart 1928 overleden penningmeester van de afdeeling Rotterdam van de Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging, heeft de Museumvereeniging wel in hoofdzaak haar
oprichting op 11 Mei 1927 te danken.
Enkele maanden na de oprichting kreeg de vereeniging door de medewerking van het Gemeentebesttuur de beschikking over een lokaal in een gemeenteschool. Van een ter bezichtiging stellen van de inmiddels verkregen verzamelingen op natuurhistorisch gebied kon door de zeer beperkte ruimte nog geen sprake zijn.
Anders werd dit, toen in Juli 1928 het lokaal ontruimd moest worden en de vereeniging de beschikking kreeg over successievelijk vijf groote lokalen in de gemeenteschool aan den Westzeedijk. Hier konden de verzamelingen flink worden uitgebreid en al voor het einde van ons eerste lustrum kon gesproken worden van iets, dat een museum genoemd mocht worden.
Op 1 Februari 1933 legde een geweldige brand, ontstaan in een belendend perceel, de school gedeeltelijk in de asch.
Veel van hetgeen met zooveel zorg en moeite was bijeen gebracht werd door vuur en bluschwater vernield.
Dank zij wederom den steun van het Gemeentebestuur kon het, gespaard geblevene worden ondergebracht in lokalen van de gemeenteschool aan de Dirk Smitsstraat.
De zeer ingekrompen verzamelingen insecten werden gelukkig weer spoedig door groote schenkingen aangevuld en na vrij korten tijd waren wij de tegenslagen weer aardig te boven. -Ook aan de huisvesting in de laatste school kwam plotseling eert einde.: Ditmaal echter door een zeer gelukkige omstandigheid.
Op, initiatief van den Burgemeester van Rotterdam stelde de Gemeente Rotterdam de vereeniging in het bezit van het legaat Hoffmann.
Uit de gelden van dit legaat kon de vereeniging het pand Mathenesserlaan 7 aankoopen en dit voor Museum inrichten.

Op 5 Juli 1935 kon het gebouw, genoemd naar den in 1882 overleden wethouder Mr. N.J.A.C.A. Hoffmann, officieel in gebruik worden genomen.
Na de vele omzwervingen door onze stad hopen we, dat de vereeniging hiér thans rustig aan uitbreiding en completeering der verzamelingen kan voortwerken.

Thans nog met een enkel woord de verzamelIngen zelf gememoreerd.
Het zou te ver voeren alle verzamelingen te bespreken. Daarom wil ik liever twee collecties, de Nederlandsche vogels en de Nederlandsch kevers, wat uitvoeriger behandelen.
De geheele parterreruimte van ons gebouw wordt ingenomen door de vogels. Hoewel nog slechts een 225 soorten vertegenwoordigd zijn, bevinden zich hieronder toch verschillende zeer zeldzame stukken-
Zoo zien wij dadelijk bij het binnenkomen de kast met Duikers en Stormvogels. Onder deze laatste groep bevindt zich een exemplaar van de zeer zeldzame Grauwe Pijlstormvogel, Puffinus griseus (GM), verzameld te Wijk aan Zee. Slechts twee of drie exemplaren zijn uit Nederland bekend. De grauwe pijlstormvogel is broedvogel van het Zuidelijk Halfrond, die slechts sporadisch op het Noordelijk Halfrond langs de kusten van de landen aan Atlant. Oceaan en Noordzee verschijnt.
Onder de eenden treffen we het eerste voorwerp voor Nederland aan van de Witkopeend, Oxyura leucocephala (Scop.), een wijfje, hetwelk in 1851 op de Nieuwerkerksche Plassen nabij Rotterdam werd geschoten. Vóór de drooglegging (thans Prins Alexanderpolder) bevond zich hier het beroemde Schollevaarseiland, broedplaats o.a. van de zeldzaam geworden Kwak.
Een andere zeldzame soort treffen we onder de roofvogels aan, n.l. de Schreeuwarend, Aquila pomarina pomarina Brehm, een soort die in weinig exemplaren in Nederland is aangetroffen.
Verreweg de zeldzaamste vogel uit onze verzameling is de, Dwergooruil, Otus scops scops (L.) , een unicum voor Nederland. Het eerste en tot nu toe eenigste in ons land bewaard gebleven voorwerp. In 1890 werd deze vogel te Rotterdam aan de Maas gevangen. Nadien zijn er nog twee stuks h.t.l. verzameld, nl. te Wageningen en Gulpen. Het Wageningsche exemplaar is verloren gegaan, terwijl het derde in een museum te Bonn terecht is gekomen.
Een andere groote zeldzaamheid vinden we tusschen de rietzangers, t.w. de Groote Krekelzanger, Locustella fluviatilis (Wolf), het tweede inlandsche exemplaar. Een soort die waarschijnlijk vaker voorkomt, doch verward wordt met de iets kleinere Snor, Locustella luscinioides luscinioides (Savi).
Van de inheemsche gorzen noem ik een mn. en een vr. van de Witkopgors, Emberiza leucocephala S.G.Gm., in 1911 te Harderwijk gevangen. Buiten deze twee voorwerpen is er verder slechts één inlandsch exemplaar en wel in het RijksMuseum te Leiden. Voorts nog een exemplaar van de Cirlgors, Emberiza cirlus L., een soort, die slechts zelden hier wordt aangetroffen.
Niet onvermeld wil ik laten een mn. Haakbek, Pinicola enucleator enucleator (L.), welke in prachtkleed te Rotterdam werd gevangen en enkele jaren in gevangenschap is gehouden. De mogelijkheid blijft ten aanzien van dit voorwerp bestaan, dat we te doen hebben met een ontsnapten vogel.
Naast bovengenoemde soorten bevinden zich in de verzameling nog verschillende voorwerpen die verre van gewoon zijn. Zoo zijn Kwak, Ibis, Zeearend, Groote Trap, Groote Jager, Hop en Raaf soorten, die in vele verzamelingen ontbreken.
Onder de vogeleieren, die mede op de benedenverdieping een plaats hebben gevonden, bevindt zich een ei van de Grauwe gans afkomstig uit Eernewoude in Friesland, waar tot het begin van deze eeuw een klein aantal dezer ganzen broedde.

Op de bovenverdieping zijn de Nederlandsche Zoogdieren ondergebracht. Hiervan wil ik slechts vermelden een bruinvisch, Phocaena phocaena, var. acuminata v. Deinse.
Op deze verdieping bevinden zich ook de Nederlandsche insecten. Hiervan is de verzameling kevers ongetwijfeld de belangrijkste.
Deze is ontstaan door samenvoeging van de collecties van Roon en Zöllner, waardoor een geheel is verkregen, dat 60% van de inlandsche soorten omvat.
Afgezien van de plaatsruimte is het mij niet mogelijk alle soorten die voor zeldzaam doorgaan te memoreeren. Bovendien is het lang niet eenvoudig om uit te maken of een soort zeldzaam is of niet; van meerdere soorten is het bekend dat zij in een bepaald jaar nooit meer gevonden zijn. Ik zal daarom volstaan met slechts enkele van de door verzamelaars zeer gewenschte soorten te noemen.
Van de Zandloopkevers b.v. Cicindela germanica L. met de ab. obscura F.
Onder de "Loopkevers'. zijn o.a. vertegenwoordigers van Carabus auronitens F ., Bembidion Stephensi Crotch, Platyderus cristatus Dufour, Abax ovalis Dfts, Molops piceus Panz.
Deronectes canaliculatus Lac. is onder de "Waterroofkevers" een goede soort.
Zoo zijn Aegialia rufa F. onder de "Bladsprietkevers" en Melanophila acuminata de Geer en Agrilus Roberti Chevrol. van de "Prachtkevers" gewenschte soorten.
Zeldzame soorten onder de "Boktorren" zijn o.a. Necydalis major L., Leptidea brevipennis MuIs, Pyrrhidium sanguineum L, Xylotrechus arvicola Oliv., Monochamus sutor L.
Veel minder belangrijk is de collectie Nederlandsche vlinders; hierin heeft de brand van 1933 een geduchte opruiming gehouden. Hopelijk zijn er onder U lepidopterologen, die uit hun voorraad doubletten iets willen afstaan voor ons museum, opdat de verzameling Nederlandsche vlinders weer wat op peil gebracht kan worden.

Gaarne hoop ik dat velen onder U op het a.s. congres te Rotterdam aanwezig zullen zijn en dat ik dan in de gelegenheid zal zijn meer in bizonderheden van de bezittingen kennis te doen nemen.

.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/NAT HIST MUSEUM.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 29 augustus 2007

Titel
DE OPRICHTING EN INSTANDHOUDING VAN EEN NATUURHISTORISCH MUSEUM

Beschrijving

Trefwoorden: