.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN

Liesbeth Portheine, januari 2005

In de wintermaanden, wanneer de natuur lijkt te slapen, is het een feest te zien hoe fris de mossen erbij staan: heldere kleuren, nieuwe scheuten, verse kapsels. Mijn aandacht is dan van vogels naar mossen verschoven.
De wilgen in de Rhoonse Grienden bieden een rijke diversiteit. In de loop der jaren heb ik mij een idee gevormd welke mossen dikwijls voorkomen.

Plotseling op een winterse zaterdag met lage namiddagzon zie ik een plek afwijkende, mij onbekende, mosvormen, helaas zonder kapsels.
Het blijkt (Nederlandse Bladmossen, A. Touw en W.V. Rubers, 1989) Spatelmos, Homalia trichomanoides, te zijn.
Een week later, 15 januari 2005, heb ik met digitale camera op statief op een afstand van 1 cm, dit mos gefotografeerd, bij dezelfde boom.
Het Spatelmos zit daar gemengd met Gewoon dikkopmos, Brachytecium rutabulum, waarvan de blaadjes stevig bestoft zijn met kleideeltjes, die zijn achtergebleven van een keer hoog water. Op de blaadjes in de foto van het Spatelmos zie je ook wat van die kleideeltjes.

In de De Nederlands Bladmossen van Touw en Rubers staat over het voorkomen van het Spatelmos vermeld, dat het aantal vindplaatsen (in het Fluviatiel- en Krijtdistrict) niet lijkt te zijn achteruitgegaan voor en vanaf 1950, maar dat de omvang van recente (1989) plukken vaak erg klein is.
Ik weet niet of dat nog steeds geldt, maar ik vermoed van wel.

In de Veldgids Mossen van 2002 is het Spatelmos niet opgenomen.
De naam Homalia is afgeleid van grieks homalos = vlak, effen, hetgeen op de blaadjes en de takjes slaat.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN

Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/HOMALIA WRN.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 20 December 2007

Beschrijving

Trefwoorden