werk in uitvoering
  NATUURSTUDIE
ZAADPLANTENSTUDIE
PLANTENWERKGROEP
  Biota
Eukaryota
Plantae
Viridaeplantae
Tracheophyta
Spermatophytina
Angiospermae
Magnoliopsida

__________

Determineertabel kiezen
Veelkenmerkentabel
Veelkenmerkentabel 2

 
Familie
Poaceae, Grassen
Pluimgrassen

Veelkenmerkentabel 2.2
 
- KNNV ROTTERDAM -
 
SYSTEMATISCH OVERZICHT SYNONIEMEN KENMERKEN WAARNEMINGEN SITEARTIKELEN
DETERMINEERTABELLEN NAAMLIJSTEN AFBEELDINGEN INVENTARISATIES LITERATUUR
BIJZONDERHEDEN COLLECTIES BIOLOGIE VERSPREIDING WEBLINKS
         

.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


Poaceae, Grassen, Pluimgrassen /\
NaaR
BoVeN
Veelkenmerkentabel 2.2
Kenmerken Soort
Veldkenmerken aartjes en pluim Overige veldkenmerken
Tongetje samengesteld uit fijne wimperharen (loep) Stengel tot bovenaan bebladerd; blad tot enkel cm breed; blad alleen aan de stengels Riet
Stengel vrijwel bladloos, alleen onderaan met knopen; meestal dichte bladpollen aanwezig Pijpestrootje
Sterk vertakte en meestal min of meer liggende tot opgaande bloeistengels (lijkt wat op straatgras) Straatliefdegras
Tongetje vliezig of afwezig, zeer variabel van vorm Grassen met opvallende veldkenmerken Planten blauw-grijsgroen, bladen ingerold; groeit vaak in dichte pollen Buntgras
Bladen en bladschede zacht behaard; onderaan meestal met rode lengtestrepen Gestreepte witbol
Aartjes in kluwens aan het einde der aartakken, pluim weinig vertakt, onderaan met 1 of 2 takken Kropaar
Rietachtige grassen met een accoladevormig tongetje, d.w.z. tongetje plotseling in een punt versmald Groot liesgras
Bladen zeer ruw en sterk geribd; tongetje lang (5-ca. 10 mm); vrij hoge grassen met grote pluimen (10 tot 40 cm lang) Ruwe smele
Aartjes eenbloemig; kafjes elkaar niet dakpansgewijs bedekkend Aartjes met lange haren tussen de kafjes; haren steken iets naar buiten Bovenkant blad kortbehaard; meestal op vochtige tot natte plaatsen; blad 2-6 mm breed Hennegras
Blad ruw; meestal op droge plaatsen; blad 6-12 mm breed Duinriet
Aartjes zonder lange haren Aartjes kleiner dan 3 mm Tongetje langwerpig en planten met bovengrondse uitlopers die meestal op de knopen wortelen; pluim na bloei samengetrokken Fioringras
Uitlopers ontbreken of zijn zeer kort; tong tot 2 mm; pluim na bloei uitgespreid Gewoon struisgras
Aartjes langer dan 5 mm Rietachtige grassen, tongetje tot 6 mm lang en vaak franjeachtig; blad 8-20 mm breed Rietgras
Aartjes meerbloemig; kafjes elkaar dakpansgewijs bedekkend Onderste pluimtakken 1 of 2 bijeen Kafjes tamelijk breed Bladtop bootvormig, blad vaak met rimpels, pluim kort, eenjarige en vaak aan de voet vertakte planten, laagblijvend tot 25 (40) cm Eenjarig straatgras
Pluimen zeer ijl en lang tot 5 dm; aartjes zeer langwerpig tot 2,5 cm; blad gootvormig; bladschede afgeplat Mannagras
Kafjes lancetvormig Blad draaddun, ingerold Schapegras
Stengelblad vlak; onderste bladen smal, min of meer samengevouwen Rood zwenkgras
Stengelbladen, in ieder geval de bladen van de niet-bloeiende scheuten met stengel omvattende oortjes; alle bladen min of meer vlak Beemdlangbloem
Meestal 3 of meer onderste pluimtakken Aartjes afgeplat Tongetje kort en stomp tot 2 mm lang, met witte wortelstokken; halm onder de pluim glad Veldbeemdgras
Tongetje lang en spits tot 7 mm; halmgedeelte onder de pluim min of meer ruw; met bovengrondse uitlopers Ruw beemdgras
Tongetje zeer kort tot ca. 1 mm lang; pluim na de bloei samengetrokken; blad meestal ca. loodrecht op de stengel Schaduwgras
Pluim klein, stengel plat Plat beemdgras

.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/POACEAE VEELKTABEL2.2.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 24 oktober 2007

Titel
POACEAE PLUIMGRASSEN VEELKENMERKENTABEL 2.2

Beschrijving

Trefwoorden