Kenmerken |
Ga naar |
Bladvorm |
Veldkenmerken blad |
Overige kenmerken |
Taxon |
Vervolgtabel |
Ongedeeld vaak met oortjes |
Blad
in kransen:
blaadjes lancetvormig |
Bloem
4-tallig, zeer klein: in de bladoksels of in
pluimen;
stengel vierkant |
Sterbladigen |
|
Blad verspreid: met een pijl-,
spies- of hartvormige voet:
bladoortjes vaak aanwezig:
de onderste bladen soms ingesneden |
Grote,
trechtervormige, witte bloemen;
de kelk wordt door kleine bloemsteelblaadjes
bedekt |
Haagwinde |
|
Grote,
trechtervormige bloemen; witte, roze, wit-roze
gestreepte kelk, niet door bloemsteelblaadjes
bedekt. Tuitje aanwezig;
bloemen in groenig-witte trossen; stengel
onregelmatig geribd en iets ruw |
Akkerwinde |
|
Tuitje
aanwezig; bloemen in groen-wittige trossen;
stengel onregelmatig geribd en iets ruw |
Zwaluwtong |
|
Tuitje
aanwezig;
bloemen in groenige tot witte trossen;
stengel fijn gestreept en glad |
Heggeduizendknoop |
|
Bloemkroon
paars met gele meeldraden;
5-tallig en stervormig;
bloemen in kleine trossen;
met rode bessen |
Bitterzoet |
|
Gedeeld of gelobd |
Blad
veerdelig tot 3-tallig |
Bloemen
5-tallig en tweezijdig symmetrisch;
met een peulvrucht |
Vlinderbloemfamilie |
|
Blad
2-tallig;
de bladsteel loopt uit in draaddunne ranken |
Bloemen
op een langgesteelde armbloemige tros;
5-tallig en tweezijdig symmetrisch;
met een peulvrucht |
Lathyrus |
|
Blad fijn gedeeld (met sterk
vertakte bladen) |
Bladen
lopen uit in vertakte ranken;
kleine wit- tot geelachtige bloemtrossen;
bloemen min of meer tweelippig |
Rankende
helmbloem |
|
Bladen
zonder bladranken;
bloemtrossen roze;
bloemen min of meer tweelippig |
Duivekervel |
|
3-
of 5-lobbig of -spletig en blad aan de bovenzijde
ruw;
blad tegenoverstaand |
Bloemen
zeer klein, in trosvormige bloeiwijze:
groenachtig;
stengel ruw;
vrouwelijke planten met vruchtkegels |
Hop |
|
Blad
3- tot 5-lobbig |
Bloemen
groenachtig wit, 5-tallig en ca. 1 cm groot;
ranken spiraalvormig gewonden;
met rode bessen |
Heggerank |
|