SPERMATOPHYTINA, 3.4 DETERMINEERTABEL BOMEN & STRUIKEN, BOMEN EN STRUIKENTABEL, DETERMINEREN VIA HET BLAD, DEEL 3, BLADEREN ENKELVOUDIG, VERSPREID, NIET GAAFRANDIG, 3.4

Volgnr.		Vraag	Ga naar
Volgnr.		Vraag	Volgnr.	Taxon	Vervolgtabel
37	a	Aan weerszijden meer dan 10 zijnerven, alle tot in de tanden	50
	b	Aan weerszijden hoogstens 10 zijnerven	38
38	a	Onderzijde gele klierpunten		Gagel	TABEL
	b	Geen klierpunten	39
39	a	Takken groen, fijn gestreept, dun; blad lang toegespitst		Kerria	TABEL
	b	Takken niet groen, of alleen de jongste	40
40	a	Bladsteel 3 - 8 mm lang	47
	b	Bladsteel van de grootste bladeren minstens 1 cm	41
41	a	Bladvoet scheef, rand dicht gezaagd		Iep	TABEL
	b	Bladvoet niet scheef	42
42	a	Tak kantig, geknikt gebogen, onderste deel van de bladeren gaaf		Spiraea	TABEL
	b	Plant anders	43
43	a	Blad geleidelijk in de steel overgaand, ongelijk getand		Meidoorn	TABEL
	b	Blad aan de voet afgerond of hartvormig	44
44	a	Alleen de bovenste nerven tot in de tanden		Els	TABEL
	b	Alle zijnerven (behalve misschien de onderste) tot in de tanden	45
45	a	Onderzijde van het blad grijs-viltig		Meelbes	TABEL
	b	Onderzijde groen	46
46	a	Tak en stam wit of bruinrood, kurk rolt af, tak rond, zweepvormig, meestal harskliertjes; blad 3- of 4-hoekig, op korte takjes schijnbaar tegenoverstaand		Berk	TABEL
	b	Blad hartvormig, ongelijke tanden, zijnerven duidelijk zichtbaar (onderzijde), grootste breedte boven het midden		Hazelaar	TABEL
	c	Blad aan de voet afgestompt of fijn gezaagd en grootste breedte onder het midden; nerven niet voelbaar		Els	TABEL
47	a	Blad doorgaans 6 - 10 cm breed, vorm +/- rond		Hazelaar	TABEL
	b	Blad smaller	48
48	a	Jonge takken met kleine witte bultjes; bladvoet afgerond, blad zelden langer dan 3 cm; 4 - 5 paar zijnerven		Berk	TABEL
	b	Plant anders	49
49	a	Steunblaadjes (vallen later af)		Meidoorn	TABEL
	b	Geen steunblaadjes; takken geel of rood bruin, schors laat later los		Spiraea	TABEL