-O-
  ALGEMEEN   STENTOR
 
   
 

Houtknotszwam en
Draadknotszwam
in het Kralingse Bos

door C.A. van Malssen

- KNNV ROTTERDAM -

UIT: Stentor 7 (1975) 6-7
Toen het na langdurige regenbuien eindelijk droog was besloot ik naar het Kralingse Bos te gaan om te kijken of er nog nieuwe paddestoelen waren bovengekomen. In het bos was alles tropisch nat, zelfs de atmosfeer was vochtig. Het bleek al gauw dat er veel paddestoelen bijgekomen waren en anderzijds de nodige exemplaren aan het afsterven waren. De Gladde en Geschubde inktzwammen lieten daarbij zwarte droppels langs hun onderranden vloeien; andere soorten hadden hun schoonheid ook verloren en waren vervallen tot een vieze slijmerige massa. De champignons waren bijna geheel verdwenen, had men deze soort wellicht toch geplukt voor consumptie?
Links en rechts kijkend werd mijn aandacht getrokken door een rottende boomstronk met, zoals het uit de verte leek, kluiten zeer kleine inktzwammen. Bij nader onderzoek bleek dat er geen sprake was van inktvloeiing, al waren de zwammen pikzwart. Er was zelfs geen
enkele aanwijzing die op verwelking duidde. Ineens herinnerde ik mij dat  er een illustratie van deze soort zwam thuis in een boek stond. Mocht ik werkelijk aan een knotszwam denken? De diepzwarte kleur van een gaaf vruchtlichaam deed zo apart aan, dat het stellig iets bijzonders moest zijn. Het was voor de eerste maal dat ik deze soort zag.

Thuis gekomen werd de vondst natuurlijk direct aan mijn vrouw getoond, die ook verbaasd stond te kijken. Vlug in het bewuste boek gekeken of het klopte dat hier sprake was van een knotszwam. Illustratie en tekst lieten geen twijfel bestaan, het betrof de Houtknotszwam (Xylaria polymorpha). De houtknotszwam behoort tot de Kernzwammen (Pyrenomyceten). In tegenstelling tot andere kleurige soortgenoten is hij geheel diepzwart. Bij het doorsnijden waren de perithecien (sporenurntjes) duidelijk te zien. Tegen het binnenste witte vruchtvlees stak de ring van urntjes heel mooi gitzwart af. Het onderste gedeelte van de zwam deed kurkachtig, ja, houtachtig aan als gold het een takje. Zoals de naam reeds aangeeft (polymorpha) komt de houtknotszwam in verschillende vormen voor, zuiver als knotsje en ook wel gevingerd.
Beschamend was het, dat deze soort vrij algemeen blijkt te zijn en geen zeldzaamheid, zoals ik dacht. Gretig stemde ik dan ook met de schrijver van bovengenoemd boek in, dat hij door zijn donkere kleur haast niet opvalt.
De les is niettemin, dat het zaak is buiten goed op te letten!

Hetzelfde gold voor een tweede vondst nl. voor de Draadknotszwam (Clavaria juncea). In het gedeelte van het bos dat "het vleugelnotenbos" zou kunnen heten was de bodem (ogenschijnlijk bedekt met opgekomen graszaad. De evenwel vreemd aandoende lichtgele kleur wilde ik eerst nog verklaren door de zwaar beschaduwde bodem, het vocht en de lage temperatuur van de laatste tijd. Eenmaal gewend aan de duisternis onder het dichte bladerendak zag ik dat er geen sprake was van gras maar dat hier kleine zwammetjes stonden in de geest van koraalzwammen, maar onvertakt van opbouw. Het bleek de Draadknotszwam te zijn, die ongeveer tot 10 cm. hoog kan worden en niet dikker wordt dan een millimeter. Geen wonder dus dat deze zwam op het eerste oog op een sprietje lijkt. Hij groeit op vochtig, afgevallen blad en kleine takjes.
Wat "even eruit" toch kan opleveren!

.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/STE19757.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 29 augustus 2007

Titel
HOUTKNOTSZWAM EN DRAADKNOTSZWAM IN HET KRALINGSE BOS