.
.
.
.
Volgnr. |
Vraag |
Ga naar |
Volgnr. |
Taxon |
Vervolgtabel |
1 |
a |
Achterste
ogenrij in bovenaanzicht duidelijk procurf
Achterlijf van vrouwtje opvallend dwarsgestreept,
met afwisselend zwarte en gele of witte strepen.
Vrouwtje groot (11-15mm, of meer indien goed
gevoed en vol eieren)
Mannetje veel kleiner met langwerpig bruinig
achterlijf
Web wielvormig met dicht centrum, de lange band
van dicht spinsel heeft een knik
Eicocon groot bruin en bijna bolvormig |
|
Argiope |
|
b |
Achterste
ogenrij recht of recurf. Achterlijfstekening
anders, minder grootte-verschil tussen man en
vrouw. |
2 |
|
|
2 |
a |
Achterlijf
geel-groen met aan achterkant drie parallelle
zwarte strepen
Kop-borststuk geelbruin met donkere randen en
middenstreep
Vrouwtje 4 mm
Mannetje 2,5 mm
Web met veel spaken. Spin zit in het centrum
Volwassen in mei |
|
Mangora |
|
b |
Achterlijfstekening
anders |
3 |
|
|
3 |
a |
Achterlijf
ovaal, langer dan breed en vooraan duidelijk
puntig |
4 |
|
|
b |
Achterlijf al of
niet ovaal, maar niet puntig van voren, evt.
puntig van achteren |
5 |
|
|
4 |
a |
Grootte van
adult 3-5mm
Achterlijf glimmend, roodbruin met lichtere
middenband en donkere strepen. Drie of vier korte
donkere stekels aan iedere kant van de puntige
voorkant
Web vlak boven de grond zonder signaaldraad en
retraitte dat overdag wordt afgebroken
Volwassen in juli
Nachtdieren |
|
Cercidia |
|
b |
Grootte van
adult 7-14mm
Achterlijf met gelobde witte middenband omgeven
door donkere marmering op lichtgele achtergrond
Web op kniehoogte in gras of struiken. Spin wacht
op een schijfvormig matje op haar prooi |
|
Aculepeira |
|
5 |
a |
Achterlijf
ovaal, felgroen, of geelgroen met (vrijwel
steeds) paren zwarte stippen op achterste helft,
vaak omringd door wit. Vaak met rode vlek direct
boven spintepels (Zelden met duidelijk patroon,
en dan meestal rood, geelgroen en wit)
Grootte van adult 3,5-10 mm.
De kleine webjes zitten in lage vegetatie zijn
soms excentrisch |
|
Araniella |
|
b |
Abdomen niet
felgroen; indien groen, dan valer, zonder paren
zwarte stippen, al dan niet ovaal, meestal met
duidelijk patroon en evt. groter dan 10 mm |
7 |
|
|
6 |
a |
Abdomen met
één tot vier kegelvormige uitsteeksels aan
achterkant
Spin heeft smal zwart carapax, dat naar voren
uitsteekt
Femora I en II bleekgeel met zwart
Er is een achterlijfs-tekening
het mannetje is kleiner dan 4,5 mm
Web wielvormig met rechte lange band van dicht
spinsel
Volwassen in mei |
|
Cyclosa |
|
b |
Achterlijf
zonder uitsteeksels aan achterkant; wel kunnen er
meer naar voren een paar knobbels zijn |
7 |
|
|
7 |
a |
Achterlijf
glanzend en ovaal of naar achteren wat breder;
meestal met twee donkere lengtebanden gescheiden
door en omgeven door lichte gebieden (kan bij
man. helemaal zwart zijn) |
8 |
|
|
b |
Achterlijf niet
speciaal glanzend, meestal rond of wat driehoekig
en dan vooraan wat breder. Achterlijfstekening
anders |
9 |
|
|
8 |
a |
Achtermiddenogen
het grootst; vierhoek gevormd door middenogen
achter breder dan voor of rechthoekig
Achterlijf glanzend, ovaal
Web in de buurt van water |
|
Hypsosinga |
TABEL |
b |
Voormiddenogen
het grootst; vierhoek gevormd door middenogen
vooraan het breedst.
chterlichaam met bladachtige tekening |
|
Singa |
|
9 |
a |
Achtermiddenogen
aanmerkelijk dichterbij elkaar dan bij
achterzijogen |
10 |
|
|
b |
Ogen in
achterste rij op ongeveer gelijke afstanden
Bladachtige tekening op het achterlichaam
eicocon in de onderste helft van de vrije sector
in het web, signaaldraad vanuit het centrum naar
de retraitte
Op vensters en onder schors
Volwassen in juli |
|
Zygiella |
TABEL |
10 |
a |
Grootte van
adult 2-4mm
Man en vrouw hebben kenmerkende
achterlijfstekening die uit donkerbruine tot zwarte tekening
van symetrische vlekken op een zilverwitte
ondergrond
abdomen reikt ver naar voren over carapax
speciaal bij vrouw
Palp met maar één stekel op patella en geen op
tibia;
Epigyne met rechte smalle scapus (tongachtig
uitsteeksel), die ontspringt in voorste deel en
maar tot iets voorbij achterrand reikt
Web met dicht gesponnen centrum zonder
sinaaldraad |
|
Zilla |
TABEL |
b |
Gewoonlijk
grotere spinnen met ander uiterlijk; palp met
twee stekels op patella en al of geen stekels op
tibia; Epigyne met scapus die vooraan, in midden
of achteraan kan ontspringen, maar deze is óf
S-vormig, óf reikt niet voorbij achterrand óf
reikt juist aanzienlijk voorbij achterrand |
11 |
|
|
11 |
a |
Epigyne met
lange scapus vaak met rimpels, vooraan
ontspringend en ongeveer twee maal zo lang als
overige epigyne
Mannetjesbulbus in zijaanzicht met duidelijke
haak (terminale apofyse) vlakbij top
Eicocon bolvormig |
|
Araneus |
TABEL |
b |
Epigyne met
kortere, S-vormige of minder gerimpelde scapus
Mannetjesbulbus zonder duidelijk gehaakte
terminale apofyse vlakbij top |
12 |
|
|
12 |
a |
Epigyne met
korte scapus, ongeveer half zo lang als rest van
epigyne; scapus ontspringt vooraan (nooit vanuit
midden of achteraan; hij breekt tijdens paring
soms af
Mannetjesbulbus in zijaanzicht in midden met
tweetoppige structuur, de mediane apofyse, die
naar beneden uitsteekt |
|
Larinioides |
TABEL |
b |
Epigyne met
S-vormige scapus
Mannetjesbulbus in zij-aanzicht in midden met
gebogen structuur (mediane apofyse), die aan ene
uiteinde drietoppig is en aan andere in één
punt uitloopt |
|
Atea |
TABEL |
c |
Structuren niet
precies als hierboven |
13 |
|
|
13 |
a |
Spin erg donker
en afgeplat
Abdomen met breed vrijwel zwart folium met witte
rand (deze rand soms opgedeeld in witte stippen)
Leeft onder schors en in spleten |
|
Nuctenea |
TABEL |
b |
Spin anders |
14 |
|
|
14 |
a |
Achterlijf
vooraan aan bovenkant met paar duidelijke
knobbels, één aan iedere kant |
|
Gibbaranea |
TABEL |
b |
Achterlijf
zonder knobbels |
15 |
|
|
15 |
a |
Achterlijf
vrijwel even breed als lang, soms in
bovenaanzicht cirkelrond, soms rond driehoekig
Epigyne breder dan lang; mannelijke palp met
lange stekel op tibia en ook met stekels op
patella
Web met dicht gesponnen centrum, spin zit in het
cetrum van het web of in de open komvormige
retaitte aan de rand van het web |
|
Agalenatea |
TABEL |
b |
Abdomen langer
dan breed
Epigyne langer dan breed;
Mannetjespalp zonder stekel op tibia |
|
Neoscona |
TABEL |