werk in uitvoering
  NATUURSTUDIE
ZAADPLANTENSTUDIE
PLANTENWERKGROEP
  Biota
Eukaryota
Plantae



Determineertabel kiezen
Determineertabellen
Determineertabel 1
Determineertabel 2

 
Onderrijk
Viridaeplantae
, Groene planten
Akkeronkruiden
Determineertabel 9.3
Overige planten met samengestelde bladeren
 
- KNNV ROTTERDAM -
 
SYSTEMATISCH OVERZICHT SYNONIEMEN KENMERKEN WAARNEMINGEN SITEARTIKELEN
DETERMINEERTABELLEN NAAMLIJSTEN AFBEELDINGEN INVENTARISATIES LITERATUUR
BIJZONDERHEDEN COLLECTIES BIOLOGIE VERSPREIDING WEBLINKS

.

.

.

.

.

.

/\
NaaR
BoVeN


Viridaeplantae, Groene planten, Akkeronkruiden /\
NaaR
BoVeN
Determineertabel 9.3
Overige planten met samengestelde bladeren
 

Volgnr.

Vraag Ga naar
Volgnr. Taxon Vervolgtabel
21 a Er is een lange bladsteel, die op de top 3-5 blaadjes draagt, die zelf weer in ca 2 mm brede slippen zijn verdeeld 14 Ranunculus arvénsis L. Akkerboterbloem
en
Delphinium Consólida L. Wilde ridderspoor
 
b De blaadjes zijn groepsgewijs langs de hoofdnerf geplaatst, indien ze de indruk maken van op de top van de bladsteel te zijn geplaatst, dan zijn ze breed en onregelmatig ingesneden 22    
22 a Er zijn slechts 3 ongeveer even grote blaadjes 23    
b Er zijn meer dan 3 blaadjes of het topblaadje is veel groter dan de andere 24    
23 a De stengel kruipt en ontwikkelt in zijn knopen wortels en bladeren, zeer verspreid op vochtige grond   Ranúnculus répens L. Kruipende boterbloem  
b De bladeren zijn wortelstandig, de zich later ontwikkelende stengel staat rechtop; op kalkhoudende grond: Z.-Limburg, langs de grote rivieren, jonge zeeklei   Ranúnculus sárdous Crantz,
Behaarde boterbloem
 
24 a De blaadjes geuren bij wrijving sterk en zijn weer tot over de helft van de zijnerven ingesneden (gedeeld); de onderkant is grijs behaard; aan de voet van de bladsteel meest enkele kleinere slippen; overblijvende plant, soms langs akkerranden

Zie ook:
Tanacétum vulgáre L. Boerenwormkruid; zandige akkerranden
  Artemisia vulgáris L.
Bijvoet
 
b Niet al deze kenmerken tegelijk 25    
25 a Tussen elk paar grote blaadjes staan een paar kleine slippen, de rand scherp en diep gezaagd; kan overal worden aangetroffen   Potentílla Anserína L. Zilverschoon  
b Niet deze combinatie van kenmerken 26    
26 a In hoofdvorm zijn de bladeren breed driehoekig, doordat de onderste blaadjes langer gesteeld zijn dan de meer naar boven geplaatste 27    
b De bladeren zijn elliptisch of smal driehoekig, doordat de onderste blaadjes evenmin als de meer naar boven geplaatste gesteeld zijn; ten hoogste zijn ze iets forser ontwikkeld 28    
27 a De blaadjes zijn gezaagd met iets grovere en iets fijnere zaagtanden; de onderste blaadjes zijn vaak scheef door een zijwaartse  insnijding. In totaal zijn er meest 5-7 blaadjes; overblijvend wortelonkruid meest op beschaduwde plaatsen in tuinen   Aegopódium Podagrária L.
Zevenblad
 
b De blaadjes zijn, vooral die aan het basale deel van het blad, weer samengesteld. Ze zijn van boven dof, van onderen glimmend; kan overal worden aangetroffen   Aethúsa Cynápium L. Hondspeterselie  
28 a Het topblaadje is duidelijk groter en veelal ook anders van vorm dan de zijblaadjes 29    
b Alle blaadjes nagenoeg even groot, al is het topblaadje soms minder ingesneden dan de andere 32    
29 a Er is een zeer groot topblaadje en slechts 2 kleine zijblaadjes; het geheel is flauw behaard; kan overal worden aangetroffen   Sinápis arvénsis L.
Herik
 
  b Er zijn meer dan 2 zijblaadjes of het geheel is dicht, soms stug behaard 30    
30 a De zijblaadjes zijn aan hun voet geheel met de hoofdnerf vergroeid; kan overal worden aangetroffen   Lapsána commúnis L. Akkerkool  
  b De zijblaadjes zijn slechts gedeeltelijk aan hun voet met de hoofdnerf vergroeid 31    
31 a De beharing is stug en hard, de haren duidelijk kegelvormig (loupe); kan
overal worden aangetroffen
  Ráphanus Raphánistrum L.
Knopherik
 
  b De beharing is niet stug en hard; onkruid van onbebouwde plaatsen   Sisýmbrium officinále Scop.
Raket
 
32 a De blaadjes zijn aan de naar de top gerichte zijde duidelijk meer ingesneden dan de zijde, die naar de basis is gekeerd; meest sterk in rozet liggende bladeren; op vochtige kleigrond   Corónopus squamátus Aschrs.
Varkenskers
 
b De insnijdingen zijn aan beide zijden van de blaadjes nagenoeg even sterk 33    
33 a Blaadjes aan de rand gewimperd, eivormig, vooral naar de top van het blad dicht opeen geplaatst; gaarne op zandige akkers   Eródium cicutárium L'Herit,
Reigersbek
 
b Blaadjes kaal, vooral met duidelijke tussenruimten, langwerpig, kan hier en daar op akkers worden aangetroffen   Roríppa silvéstris Besser, Akkerkers  

.

/\
NaaR
BoVeN


Vragen, correcties, aanvullingen of tips ontvangen wij graag per E-MAIL.

/VIRIDAEPLANTAE AKKERONKRUIDEN DETERMTABEL9.3.htm

© KNNV ROTTERDAM

Websiteontwerper

WEBSITEREDACTIE

Voor het laatst bijgewerkt op 20 December 2007

Titel
VIRIDAEPLANTAE AKKERONKRUIDEN 9.3 DETERMINEERTABEL

Beschrijving

Trefwoorden